© Wim Kloppenburg. Laatste update 15 oktober 2024.
Made with Xara Web Designer+
Het Hebreeuwse woord roeach, waarmee de Geest wordt aangeduid, is
vrouwelijk. Genesis 1 en Psalm 139 zijn bijbelgedeelten waarin sprake is
van de Geest in vrouwelijke beelden als in dit lied. Het gaat om noties als
broeden en voeden, verwekken, geboorte en gave van nieuw leven en
inzicht. Dit vrouwelijke element is in het mannelijk georiënteerde Westen
dikwijls niet herkend.
‘Vijand van de lusteloosheid’
Notities bij een hedendaags Pinksterlied
Bovenaan deze pagina is het korte commentaar afgedrukt dat in de bundel Liederen & gebeden uit
Iona & Glasgow genoteerd staat bij het lied ‘She sits like a bird’. Het is een commentaar waarmee
ik eerlijk gezegd wat moeite heb.
In de eerste plaats klinkt het mij allemaal al een beetje ‘ouderwets’ in de oren, jaren ’80:
feministische theologie, de vraag naar ‘inclusief taalgebruik’ (met rare constructies als ‘de Eeuwige
doe Zijn aangezicht over ons lichten en geve ons Haar vrede’), en de bundels Eva’s Lied, met
uitsluitend teksten en melodieën van vrouwelijke auteurs, waarop je, zeker als man, eigenlijk geen
kritiek mocht hebben…
In de tweede plaats vraag ik mij af, in hoeverre het grammaticale geslacht van een woord iets zegt
over de inhoud en betekenis ervan. Het Hebreeuwse roeach is inderdaad vrouwelijk, maar in het
Grieks van het Nieuwe Testament wordt de Geest aangeduid met het onzijdige woord pneuma, en
het Latijnse spiritus is mannelijk. Met een beetje fantasie zou je ook dáár een hele theologie
omheen kunnen bouwen…
En tenslotte zou ik naar aanleiding van bovenstaand citaat de voor de hand liggende vraag willen
stellen: wat hoort er in onderstaand rijtje ‘vrouwelijke noties’ niet thuis?! Het antwoord mag de
lezer zelf bedenken.
broeden – voeden – verwekken – geboorte
Vertalingen
Er zijn van dit Engelse lied uit de Iona-community twee verschillende Nederlandse vertalingen
beschikbaar. In Liederen & Gebeden staat een vertaling van Andries Govaart; de tekst in Hoop van
alle volken en in LB 701 is van de hand van Joke Ribbers. Het is de moeite waard om deze
vertalingen met elkaar te vergelijken. De oorspronkelijke titel van het lied is ‘She Is the Spirit’,
maar sommige bronnen geven als opschrift ‘Enemy of Apathy’ (zie couplet 4).
Bell spreekt alleen over de ‘chaos’ van de eerste dag, Govaart voegt er ook de bijvoeglijke naam-
woorden uit Genesis 1 aan toe: ‘De aarde nu was woest en ledig… en de Geest Gods zweefde over
de wateren’. Alleen draait hij ter wille van het (assonerende) rijm de volgorde om. Ribbers blijft
dichter bij het origineel, maar vraagt een kleine aanpassing in het ritme van de eerste regel (bird /
vo-gel). Eerlijk gezegd heb ik een beetje moeite met de eerste regel; bij ‘een vogel die zit te
broeden’, heb ik een duidelijk beeld voor ogen, maar de toevoeging ‘op het water’ verstoort mijn
beeld een beetje…
In de Engelse strofe en in de vertaling van Govaart wordt het beeld van de vogel – klapwiekend,
hoog en laag vliegend, rustend – naar mijn gevoel iets te concreet beschreven (zie mijn notitie in
de marge), en ook de term ‘nourishing potential’ valt in poëtisch opzicht nogal uit de toon. Ribbers
veroorlooft zich hier terecht de nodige vrijheid. De regel ‘zoekend naar een plaats onder de
hemelboog’ herinnert ons aan de duif die door Noach werd uitgestuurd.
De verwijzing naar Pinksteren in de derde strofe behoeft geen nadere uitleg. Ook hier probeert
Govaart weer dicht bij het origineel te blijven en heeft daarbij enkele mooie oplossingen, zoals de
allitererende ‘dorre doodsheid’ en de ‘goede gaven’ uit de klassieke Pinksterhymnen (‘Gij schenkt
uw gaven zevenvoud’). Bij het ouderwetse woord ‘onverveerd’ heb ik enige aarzeling; de enige
associatie die dat oproept is het Wilhelmus… Ook hier bevalt de dichterlijke vrijheid van Ribbers me
beter.
Strofe 4 verwijst naar het Credo (Nicenum) – hoewel daar alleen van de Zoon gezegd wordt dat Hij
‘één van wezen met de Vader’ is – en naar Johannes 14:26, waar Jezus aan zijn leerlingen de
Trooster belooft.
In de vertaling van Andries Govaart gebeurt er in deze strofe iets opvallends. In het origineel (en in
de vertaling van Joke Ribbers) wordt in alle coupletten de Geest beschreven in de derde persoon:
zij zweeft over het water, zij inspireert, zij is de sleutel tot de Schriften. Maar bij Govaart staat de
vierde strofe in de vocativus, de Geest wordt aangeroepen in de tweede persoon: ‘Kom, heilige
Geest, waai ons schoon’. Het is een tamelijk zware maar verdedigbare ingreep, want we kunnen
dan wel mooi zingen óver de Geest, maar in de Kerk roepen we Haar ook aan: Veni, Creator
Spiritus! – of moet het dan Veni Creatrix Spirita zijn?
Net als ‘het voedende potentieel’ in strofe 2 levert ook de ‘enemy of apathy’ (‘vijand van de
lusteloosheid’) in strofe 4 weinig poëtische inspiratie op. Govaart lost het mooi op met een positieve
formulering: ‘wek levenslust’! Ribbers laat dit regeltje voor wat het is. Toch geef ik ook in deze
vierde strofe de voorkeur aan de vertaling van Joke Ribbers. Haar tekst is in zijn geheel gaver en
minder gekunsteld dan die van Govaart, en overtreft het origineel in poëtische zeggingskracht.
3 She dances in fire,
startling her spectators,
waking tongues of ecstacy
where dumbness reigned;
she weans and inspires
all whose hearts are open,
nor can she be captured,
silenced or restrained.
Zij danst in het vuur,
schouwspel zonder weerga,
maakt de tongen los,
taal en getuigenis,
bekeert, inspireert
al wie naar haar luistert;
niets brengt haar tot zwijgen,
vurig als zij is.
Zij danst in het vuur;
wie haar ziet, verbaast zich.
Tong en taal wekt zij
waar dorre doodsheid heerst.
Zij zet ons op weg,
schenkt haar goede gaven,
niet te kooien, klein te krijgen,
onverveerd.
4 For she is the spirit,
one with God in essence,
gifted by the Saviour
in eternal love;
she is the key
opening the scriptures,
enemy of apathy
and heavenly dove.
Kom, heilige Geest,
stuwkracht, God ten diepste,
liefdesgave, hartenkreet
en laatste zucht.
De sleutel ben jij,
open ons de Schriften:
waai, waai, nieuwe wind,
waai schoon, wek levenslust.
Want zij is de Geest,
een met God in wezen,
gift van de Verlosser
aan zijn aardse bruid;
de sleutel is zij,
toegang tot de schriften,
vogel uit de hemel,
witte vredesduif.
De melodie
De tekst schijnt ontstaan te zijn in samenwerking tussen John L. Bell en Graham Maule; de tune
(‘Thainaky’) is geschreven door Bell. Het is een eenvoudige, voornamelijk trapsgewijs verlopende
melodie in e-klein. Regel 1 en 3 zijn duidelijk verwant; in de eerste maat zien we een omkering, in
de tweede maat een transpositie (zie muziekvoorbeeld).
Door het gebruik van de ‘ernstige’ toonsoort e-klein en de misleidende maataanduiding 4/4 wordt
dit lied vaak te langzaam gezongen. De tempo- en karakteraanduiding is echter duidelijk genoeg:
Brightly. Ook de toonherhalingen in regel 2 vragen om een vlot en vertellend tempo. De maat-
aanduiding zou eigenlijk 2/2 moeten zijn, maar de melodie moet in dat vlotte tempo toch vloeiend
blijven klinken, zonder nadruk op de syncopische – maar onbeklemtoonde! – slotlettergrepen van de
eerste en derde regel.
Eerlijk gezegd ben ik niet erg enthousiast over de begeleiding die in Liederen & gebeden en in de
LB-begeleidingsbundel is afgedrukt. Echt storend zijn de (bedekte) octaafparallellen (‘8’) en de
kwintparallel (‘5’) tussen melodie en bas; eigenlijk gaat de bas in langzame stappen gewoon met de
melodie mee:
Gelukkig zijn er alternatieven. In de meerstemmige uitgave van Hoop van alle volken vinden we een
begeleiding van Willem Blonk voor fluit en piano. In de Koorbundel bij het LB staat een zetting met
neurie-koor.
Opmerkingen en bronvermeldingen
Gerke van Hiele en Teun Kruijswijk Jansen
(samenstellers), Liederen & gebeden uit Iona
& Glasgow. Gooi & Sticht 2003. Er is een
éénstemmige en een meerstemmige uitgave.
Wil van Hilten, Marijke Koijck-de Bruijne e.a.
(red.), Eva’s lied - 42 liederen door vrouwen.
Kok, Kampen 1984.
Josephine Boevé-van Doorn e.a. (red.), Eva’s
lied twee - 57 geloofsliederen door vrouwen.
Kok, Kampen 1988.
Coen Wessel, Wout van Andel e.a. (red.),
Hoop van alle volken - Zingen met
partnerkerken (eenstemmige uitgave).
Leusden z.j. (1997). Er is een éénstemmige
en een meerstemmige uitgave.
In de laatste regel van de Engelstalige strofe
staat in Liederen & gebeden abusievelijk
‘World’ in plaats van ‘Word’.
Bij Joke Ribbers heeft ‘Woord’ oorspronkelijk
een hoofdletter; LB 701 heeft hier een kleine
letter.
Symbolen moeten niet te veel worden
‘ingevuld’. De vis bijvoorbeeld is een bekend
symbool, of liever gezegd een geheime
afkorting, voor Christus. Het Griekse woord
voor vis, ICHTHUS, bevat de beginletters van
de woorden Jezus Christus, Gods Zoon,
Redder. Hierbij volstond de meest simpele
aanduiding van een vis: zonder
verdere details.
Ik zag een keer in een kerk een antependium
waarop een heel aquarium was geborduurd:
een vis compleet met ogen, kieuwen, schub-
ben en vinnen, omgeven door waterplanten
en luchtbellen. Dan schiet het symbolische
teken zijn doel voorbij…
Ook het woord ‘schriften’ heeft bij Joke
Ribbers oorspronkelijk een hoofdletter.
John L. Bell (geb. 1949) is voorganger in de
Church of Scotland en lid van de Iona
Community. Na zijn studie heeft hij enige tijd
in Nederland gewerkt. Hij is betrokken bij
verschillende liturgische commissies van de
Schotse Kerk. Bell schreef (soms in samen-
werking met Graham Maule) een groot
aantal oorspronkelijke hymns en enkele
vertalingen en bewerkingen van liederen uit
de wereldkerk.
Graham Maule (1958-2020) studeerde
oorspronkelijk bouwkunde, maar heeft zich
daarna vooral beziggehouden met jeugd-
werk, om tenslotte intensief betrokken te
raken bij de liturgische vernieuwing in de
Wild Goose Resource Group van Iona.
John L. Bell & Graham Maule
1 She sits like a bird,
brooding on the waters,
hovering on the chaos
of the world’s first day;
she sighs and she sings,
mothering creation,
waiting to give birth
to all the Word will say.
Joke Ribbers (1933-2003)
Zij zit als een vogel,
broedend op het water,
onder haar de chaos
van de eerste dag;
zij zucht en zij zingt,
moeder van de schepping,
wachtend op het woord
totdat zij baren mag.
Andries Govaart (geb. 1954)
Een vogel, ze broedt
op de waterbaren,
zweeft boven de chaos,
tijdloos, leeg en woest.
Zij zucht en ze zingt,
moeder van de schepping,
brengt ter wereld
wat het Woord ten leven roept.
2 She wings over earth,
resting where she wishes,
lighting close at hand
or soaring through the skies;
she nests in the womb,
welcoming each wonder,
nourishing potential;
hidden to your eyes.
Zij zweeft boven zee,
zweeft boven de bergen,
zoekend naar een plaats
onder de hemelboog;
zij rust in de schoot,
wachtend op het wonder
dat zich daar ontvouwt,
verborgen voor ons oog.
Zij klapwiekt en vliegt,
rust waar het haar goeddunkt.
Licht is zij, nabij,
dan weer hoog in de lucht.
Zij huist in de schoot,
heet het wonder welkom,
onbevroede krachten
brengt zij aan het licht.
Kom, vogel Geest
De verwantschap tussen de regels 1 en 3.
t.John L. Bell en Graham Maule, v
1
.Andries Govaart, v
2
.Joke Ribbers;LB 701
Gepubliceerd in M&L 2013 nr.1. In datzelfde nummer staan ook twee
bewerkingen van Wijnand van Klaveren voor cantorij, gemeente en orgel.
Bij hem is het tempo zelfs Allegretto, MM ca. 67 voor de halve noot!